Vogelaar contra de corporaties

Programmaminister Vogelaar zoekt de confrontatie. In september deed ik het tromgeroffel van Wouter Bos nog af als een tactische manoeuvre om de corporaties tot meer concessies te dwingen (zie http://www.twynstragudde.nl/tg.htm?id=6688). Nu echter blijkt dat Vogelaar zich door haar collega Bos en haar departementale ambtenaren laat verleiden tot centralistische grootspraak. Wat zit hier toch achter?

Nog steeds zijn gemeenten en corporaties bezig samen met andere partijen de wijken op te knappen. Niet alleen de 40 krachtwijken, maar ook de andere (zie bijvoorbeeld het artikel van Hugo Priemus in de NRC van zaterdag 15 februari) 140 wijken in Nederland. Door het voorstel van Vogelaar een speciale heffingswet door het parlement te loodsen zullen de corporaties twee dingen gaan doen: óf de kont tegen de krib gooien en alleen nog maar procederen en lobbyen (en dus niets aan de hoogstnoodzakelijke wijkverbetering doen) óf samen met de gemeenten een coalitie maken, aan het werk te gaan en VROM/de minister als de gemeenschappelijke vijand afschilderen.

Waarom wil de minister dit conflict? Ze heeft geen geld en is sterl afhankelijk van een partij die in de ogen van velen rijk is: een partij die de politiek zelf in het leven heeft geroepen door de corporaties op afstand van het ministerie te zetten en ze een forse bruidsschat mee te geven. Daar kan je spijt van hebben. Het lijkt erop dat dit kabinet van al die modieuze ingrepen spijt heeft: thuiszorg, openbaar vervoer, energie. Op het gebied van de volkshuisvesting en wijkverbetering lijkt er een ordinaire machtsgreep van centralistische, socialistiche poltici en ambtenaren plaats te vinden: weg met de lokale initiatieven, en centrale sturing op 40 wijken vanuit Den Haag. Dat gaat zeker nog drie jaar aan plannen, voornemens en gevechten leiden: deze minister zou nu van wijken moeten weten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.