Marijke Andeweg: Mensen binden

Marijke Andeweg werkt bij de gemeente Amsterdam, dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Zij heeft drie omvangrijke en complexe programma's op haar naam staan. Eind 2012 heeft zij de opdracht gekregen van het college van B&W om het programma  Amsterdamse  Aanpak Gezond Gewicht vorm te geven en uit te voeren.
Marijke Andeweg werkt bij de gemeente Amsterdam, dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Zij heeft drie omvangrijke en complexe programma’s op haar naam staan. Eind 2012 heeft zij de opdracht gekregen van het college van B&W om het programma Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht vorm te geven en uit te voeren.

“Een eervolle opdracht. Deze opdracht doet een beroep op het vermogen van een programmamanager om mensen en organisaties aan een opgave te binden. Bovendien moet een programmamanager duidelijk durven zijn en er geen doekjes om winden. Zonder onderscheid in rangen en standen.”

Integraal beleid

Marijke opereert al jaren in het veld van de Amsterdamse gemeente. Je praat in het geval van Amsterdam over 12 diensten op centraal niveau. En over eerst 13 en nu 7 stadsdelen, die elk hun eigen ambtelijke apparaten hebben. Op politiek niveau praat je over een burgemeester, zeven wethouders en op stadsdeelniveau ook weer over een voorzitter en minstens vijf, zes portefeuillehouders. Net als in andere gemeenten komen bij beleidsopgaven van enige omvang al gauw corporaties, schoolbesturen, politie en het Rijk op de proppen. Dat zijn veel organisaties en veel professionals die allemaal hun deskundigheid hebben op welk terrein dan ook. Het lastige is dat iedereen met de beste wil en goede bedoelingen voor zijn eigen sector of toko gaat. Met als gevolg versnippering en tegenwerking tussen allerlei niveaus en sectoren. Integraal beleid is een opgave die gemakkelijker uitgesproken dan uitgevoerd is.

Bewust sturen op doelen

Marijke: “Dat maakt nu juist dat programma’s zo effectief zijn. Met programma’s focus je op de aanpak van een inhoudelijk probleem . Dan moet je los van de bestaande structuren, alle betrokkenen voor de programma doelen aan het werk krijgen. Het helpt als de vaardigheid om op een professionele manier in programma’s te werken, breed verspreid is. Daar is op dit moment nog te weinig sprake van.

“Je ziet wel dat er meer dan een paar jaar geleden bij wethouders en directeuren van Diensten behoefte is om een bepaalde klus als een programma aan te pakken. Ook zij hebben nu gezien dat het echt effectiever is om bewust te gaan sturen op doelen, op maatschappelijke effecten en dat programma’s daarbij helpen. Ik heb het programma Wijkaanpak gedaan en daar hebben we veel meer tegen de stroom op moeten roeien. Dat was bij dit programma nu niet. Binnen vrij korte tijd is er een college-brede opdracht gekomen, terwijl ook de directeur DMO er van harte achter staat.”

Veel partijen meekrijgen

Met  de Amsterdamse  Aanpak Gezond Gewicht praat je over een opgave waaraan veel partijen een bijdrage kunnen leveren. Het gaat er dan om om deze partijen mee te krijgen bij het programma:

“Je merkt vaak dat afdelingshoofden een vraag om mensen aan het programma te “leveren” interpreteren als “mensen kwijtraken.”  Dan kan je wel proberen boven langs iets af te dwingen, maar dat is lang niet zo effectief als zelf proberen te achterhalen waarom hij dat vindt. Al pratend over de zin en betekenis van een programma moet een programmamanager van zo iemand een enthousiaste supporter van het programma maken.

“Ook merk je dat managers positiespel spelen. Ze willen macht of invloed uitoefenen, willen niet gepasseerd worden of denken dat hun positie of die van hun afdeling op het spel staat. Ook daar probeer ik achter beweegredenen te komen. De inhoud is voor mij doorslaggevend. Waar gaat het om? Waarom doen we dit programma eigenlijk? Je moet dan op zoek naar de oplossingen waar programmamanager en afdelingshoofd allebei wat aan hebben: de programmamanager voor de doelen, het afdelingshoofd voor zijn afdeling.“

Geen inhoud, maar regie nodig

“In zo’n veld als gezondheidszorg zijn zoveel professionals bezig, dan is een programmamanager niet nodig voor nog meer inhoud. Eerder gaat het dan om de regie. Iemand die probeert de manier van werken te stroomlijnen en voorspelbaarder te maken. Iemand ook die uit alle initiatieven en ideeën de grote lijn haalt en zegt: dit is ons verhaal, onze visie en zo gaan we het doen. Daarna kan je dan de details gaan uitwerken.

“Belangrijk is dan dat de rollen die iedereen speelt, goed gedefinieerd zijn en dat deze gekoppeld zijn aan de opgave die partijen hebben. De programmamanager moet dus zorgen voor helderheid in de opdracht en erop toezien dat er besluiten liggen die het voor mensen mogelijk maken te acteren. In het team moet er vervolgens eenstemmigheid zijn over de inspanningen die moeten worden gedaan. Tenslotte moet er sprake zijn van wederkerigheid. Mensen moeten bereid zijn zich echt te verdiepen in wat een ander beweegt. Je moet je kunnen inleven in het belang van de ander en de drijfveren.”

Visie beperkt tot wat de gemeente zelf kan doen

“De programmamanager zorgt ervoor dat de koers van het programma op tafel komt en blijft. De vraag naar het waarom van het programma hoort bij de wethouder en de programmamanager is van het hoe. Deze draagt de gekozen visie op het programma uit en bewaakt die ook. Het is een verhaal waaruit blijkt hoe we op termijn onze doelen bereiken. Voor ons programma was bij de keuze daarvan erg belangrijk dat we ons daarbij beperkt hebben tot die terreinen en interventies waarop de gemeente ook echt invloed kan uitoefenen. Die afbakening is wel nodig, omdat voor professionals de hele wereld natuurlijk met hun opgave te maken heeft. Het heeft echter niet zoveel effect om die ook allemaal in het programma op te nemen.”

“Het werken in teams is ontzettend belangrijk voor programma’s. Zeker omdat mensen lang niet allemaal zelf gekozen hebben om deel te nemen aan het team. Voor een programmamanager is het in die situatie van belang te investeren in individuele teamleden, door veel bilateraal met ze te spreken en te ontdekken wat hun drijfveren zijn en hoe ze het beste kunnen worden gefaciliteerd. Als de teamleden excelleren, dan draait het programma ook goed. Daarbij hoort ook fouten maken, als er iets misgaat dan is de programmamanager er om ze op te vangen.

IPMA-competenties

Wat vind je van de bundeling van de IPMA-competenties voor programmamanagers in zorgen voor samenhang, tonen van leiderschap, realiseren van baten en goed omgaan met de omgeving?

“Leiderschap is voor mij almaar belangrijker geworden. Het viel me op dat in een recent leiderschapstraject van de G4 helemaal geen programmamanagers zaten. Ook zijn onze corporate opleidingen allemaal gericht op lijnmanagement. Dat is merkwaardig. In Amsterdam is er nu een basis om leiderschap te verbreden naar programmamanagement. Ik ga me verder inzetten voor de verdere professionalisering van onze eigen programmamanagers bij de gemeente. We hebben in naam steeds meer programmamanagers, met of zonder programma en we hebben voorlopig genoeg maatschappelijke vraagstukken. Ik wil graag een bijdrage leveren aan een kwaliteitssprong van het vak van programmamanager, zodat ze beter toegerust zijn voor die complexe opdrachten. Als ik daarin een gids kan zijn, graag! Een mooie opgave voor de komende jaren.”

Ervaringen met het uitvoeren van programma's