Frederik Jansen: Mijn ambitie ligt bij de inhoud

“Mijn ambitie met dit programma ligt niet in pIMG_1463 - Version 2 (1)ositiespel, maar in de inhoud. Na jarenlange ervaring met financieel rechercheren ben ik ervan overtuigd geraakt dat dit de enige manier is om een fundamentele verandering bij de politie voor elkaar te krijgen.”

Volg de geldstroom

Aan het woord is Frederik Jansen, implementatiemanager Afpakken van de Nederlandse Politie. Ruim vier jaar heeft hij leiding gegeven aan het programma Financieel Economische Criminaliteit (FinEC) dat beoogt dat de politie zich een geheel andere wijze van opsporen van (financieel-economische) criminaliteit eigen maakt. Niet door enkel achter boeven en de kilo’s verdovende middelen aan te gaan, maar door geld- en goederenstromen te volgen. Dat is na jaren ploeteren nu een inrichtingsprincipe van de nieuwe politieorganisatie. Dat ziet Jansen als het grootste succes van zijn programma.

“Ik heb aan het begin van het FinEC-programma een duidelijke visie op de aanpak geïntroduceerd, een stevig plan gemaakt, een goede aansluiting op de kracht van bereidwillige regio’s verzorgd en ik had extra geld beschikbaar dat we van het vorige kabinet hadden gekregen. Ik heb niet een “quick and dirty” plan gemaakt, maar heb echt de tijd genomen. Het gaat mijns inziens om een fundamentele verandering en dat realiseer je niet met snelle oplossingen.”

Van elke euro vier terugverdiend

“Van mijn opdrachtgever heb ik alle ruimte en vertrouwen gekregen om het programma uit te voeren. Het was in het begin heel moeilijk, maar we zijn heel vasthoudend in onze aanpak geweest. We wisten dat we financieel deskundig experts van buiten de politie wilden werven, terwijl elders in korpsen mensen ontslagen werden. Dus niet alleen het pad van omscholing, maar andere mensen met andere deskundigheden binnenhalen. Dat is, in combinatie met andere maatregelen, erg succesvol gebleken: voor elke geïnvesteerde euro hebben we er vier terugverdiend. Dat is belangrijk gebleken voor het vertrouwen van bestuurders en politietop in eigen kunnen.

“Ik heb aan de mensen ook vertrouwen en ruimte gegeven voor ideeën hoe resultaten te bereiken. Vooral belangrijk was dat ik veel gelobbyd heb. Ik heb bewust druk van buiten de politie opgebouwd om te veranderen. Daarmee is urgentie gecreëerd en de agenda bepaald. Daarmee heb ik intern trots en vertrouwen in de dienders bewerkstelligd. Financieel rechercheren is hiermee geen specialisatie geworden, maar iets waaraan alle agenten hun steentje kunnen bijdragen.

Vasthouden aan aanpak

“Kern voor het managen van dit programma is het voortdurend vasthouden aan de aanpak: FinEC opleidingen voor alle dienders op alle niveaus in de organisatie, experts van buiten werven, meer samenwerken met ketenpartners, meer financiële delicten aanpakken en meer crimineel vermogen afpakken. Niet zwichten voor snelle oplossingen of het beperkte budget uitsmeren over alle korpsen, maar doelgericht aan het werk en strak sturen op het aannemen van nieuwe capaciteiten. Dat is wonderwel gelukt: de specialisten zijn van allerlei soorten organisaties binnen gestroomd. Dat is voor de borging van deze verandering cruciaal geweest. Je moet door ervaring en verstand van zaken wel weten hoe je zo’n fundamentele verandering realiseert, maar nu hebben we een grote geloofwaardigheid opgebouwd waarmee we de overige korpsen op een wat minder strakke wijze kunnen meenemen. Daarmee kunnen we de maatschappelijke ontwrichting door fraude verminderen, en vervolgens het vertrouwen in de Nederlandse politie versterken.”

“Mijn ambitie met dit programma ligt niet in positiespel, maar in de inhoud. Na jarenlange ervaring met financieel rechercheren ben ik ervan overtuigd geraakt dat dit de enige manier is om een fundamentele verandering bij de politie voor elkaar te krijgen.”

Ervaringen met het uitvoeren van programma's