“In mijn programma waarin kosten besparing en klanttevredenheid centraal staan, heb ik niet de beschikking over veel goede opdrachtgevers. Ik kan niet alles zelf en ik heb tevens als doel meegekregen dat de organisatie beter moet worden in projectmanagement.” Deze gecompliceerde opgave legde een programmamanager mij vandaag voor. Het komt inderdaad voor dat programmamanagers naast prestatiedoelen als meer efficiency of hogere klanttevredenheid een dergelijk ontwikkeldoel meekrijgen.

Ontwikkeldoel vraagt rust en ruimte

Dat levert een spanning op. Zo’n ontwikkeldoel vergt een zekere mate van rust en ruimte voor het maken van fouten. Tegelijkertijd ook werken aan kostenbesparing met daaraan projecten gekoppeld die veel geld kosten en binnen beperkte tijd afgerond moeten zijn, laat die rust en ruimte niet toe. De programmamanager moet dus kiezen. 

In dit geval waren er drie projecten die binnen de beperkte marges geen leer- of experimenteerruimte toelieten. Voor die projecten is het mijns inziens effectief als de programmamanager daar zelf de opdrachtgeversrol invult. Hij kan dan aan de organisatie voordoen hoe zo’n rol op een professionele manier wordt uitgevoerd. In de andere projecten kan de programmamanager wel ruimte creëren. Daar kunnen enkele lijnmanagers opdrachtgever zijn, terwijl de programmamanager hen coacht. Op die manier kan er ook gericht aan het ontwikkeldoel gewerkt worden. Het is wel zaak dit goed met de opdrachtgever van het programma te bespreken. Ook blijkt dat je de rol van programmamanager binnen één programma op verschillende manieren kan invullen.