Geen enkel doel is zo heilig als dat van de hulp aan arme landen. Dat blijkt uit de discussie en emotie die het proefschrift van Dambisa Moyo oproept (zie NRC). De econome kan aantonen dat alle hulp die westerse landen aan Afrikaanse landen heeft geschonken niet helpt. Minister Koenders, andere politici en hulpverleners laten al weten dat bezuinigen op ontwikkelingshulp niet kan. Ondanks de kritiek op de effectiviteit ervan. Wel belooft men echt de goede (dwz. werkgelegenheid scheppende) projecten te kiezen. Inmiddels heeft de premier van Rwanda besloten de ontwikkelingshulp zelf op te heffen.
Politici en hulpverleners zullen over elkaar heen gaan vallen van goede bedoelingen. Dat zal de noodzakelijke programmatische aanpak niet bevorderen. Moyo geeft toch duidelijk aan waar de kneep zit. In wezen doen wij ontwikkelingshulp om ons eigen geweten te sussen en de handelsbarrieres te laten bestaan. “Het is geld van arme mensen in rijke landen voor rijke mensen in arme landen,” zo stelt zij.
Dezelfde heiligheid van doelen zie je ook binnenslands: begrotingstekort binnen de 3 percent, minder files, meer marktwerking binnen energie en vervoer. Allemaal stuk voor stuk tamelijk onaantastbaar verklaarde doelen. Ga er maar eens aan staan als programmamanager! En ik maar denken dat heilige koeien alleen in ontwikkelingslanden voorkomen.