De directeur die ambitieus was en aandacht had voor de verdere professionalisering van de organisatie, is per 1 januari vertrokken. Dit bericht kreeg ik laatst via de telefoon. Twee jaar eerder hadden we een spannende en vruchtbare workshop gehad over programmamanagement. De twee directeuren waren het erover eens dat ze nu programma’s en projecten beter zouden gaan aansturen.
Deze eendrachtigheid heeft niet lang stand gehouden. Het liep niet goed tussen die twee. Terecht besloot de organisatie dat eenhoofdige leiding het beste zou zijn. De overblijvende directeur heeft zijn hart niet bij een verdere verbetering van projecten en programma’s. En ook de financieel manager, die overigens geen tijd had voor de bewuste workshop, vindt het maar “bureaucratie” om overzichtelijke plannen en rapportages, gemotiveerde programmaleiders en eenduidig opdrachtgeverschap te hebben. Dus nu is de organisatie teruggevallen naar een niveau van ver voor de workshop.
Op een hardhandige wijze word je hiermee herinnerd aan de primaire les: zonder sponsor geen betere programma’s. In dit geval zelfs helemaal geen programma’s. Is dit erg? Ja voor degenen die er van overtuigd waren dat programma’s de organisatie beter zouden maken. Nee omdat je zonder urgentie en dekking van de top weinig bereikt. En als de “lijn” hetzelfde bereikt als die “bureaucratische” projectleiders en programmamanagers dan is het maar beter zo.