Realistische bestuurder

Een realistische bestuurder: staatssecretaris Wiebes die in de NRC van 19 mei 2014 verklaart dat het verbeterprogramma bij de Belastingdienst nog jaren gaat duren. Een verademing. Complexe veranderingen, die nota bene door de politiek worden verzonnen, duren erg lang: diezelfde politiek zal wel op de achterste benen gaan staan van verontwaardiging (anders zou de NRC er geen opening van maken). 

De systemen van de overheid, en dus ook de belastingdienst zijn verschrikkelijk ingewikkeld geworden. Het als een programma aanpakken van een verbeterklus is dus technisch ingewikkeld, maar ook menselijk ingewikkeld. Het vergt mensen op één lijn krijgen en houden, een goede opdrachtgever en een onafhankelijke programmamanager. Aan al die voorwaarden is niet voldaan bij overheden. Daarom zoveel kosten- en tijdsoverschrijdingen en kwaliteitsverminderingen. 

Ik herinnerde mij een artikel van Jan Tromp uit de Volkskrant van 15 november 2011. Daarin beschrijft René Veldwijk de klem waarin overheidsdienaren en ICT-bouwers elkaar houden:  “Bestuurders die van alles willen en ict’ers die zich afvragen: hoe kunnen ze het verzinnen, maar dan wel voor het grote geld gaan…..Een groot ict-systeem is een hypercomplexe machine. Je moet een rechte weg volgen; als je van het pad af gaat is het al heel snel afgelopen. De Nederlandse overheid trekt zich weinig aan van die wetmatigheid.”

Liever geldverlies dan gezichtsverlies

“Als beleid verandert, veranderen de eisen waaraan een project moet voldoen. Of het haalbaar is boeit niemand. Dan krijg je dus systemen die niet afkomen of die niet betrouwbaar functioneren of niet te onderhouden zijn….Bij de overheid is er voor grote ict-projecten geen pijn. Den Haag levert de gelden aan bijvoorbeeld het UWV. Die geven eenderde van het geld uit aan opdrachten voor Capgemini en Logica en maken tweederde zelf op. Als het project uitloopt, komt er meer geld. Want liever geldverlies dan gezichtsverlies. Zo ontstaat een beweging waarin falen in ieders belang is en projecten nooit afkomen.”

Op deze manier ontstaat een symbiose tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De opdrachtgever moet van de minister wat en weet niet van de techniek. Hij huurt een opdrachtnemer van een groot bureau in die het wel even zal klaren. Deze loopt vast, rapporteert dat, maar de opdrachtgever houdt het liever onder de pet. Ook de opdrachtnemer heeft liever omzet dan dat hij toegeeft dat wat de politiek wil, technisch niet kan. Dus teruggeven van de opdracht is commercieel onaantrekkelijk.

De normale en gezonde spanning tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verdwijnt. Het is vestzak broekzak geworden: dus kamerleden en ministers enquêteert u rustig door en neem de woorden van Veldwijk ter harte: “In het toeslagensysteem van de Belastingdienst is inmiddels een half miljard geïnvesteerd. Het werkt nog niet. De meerkosten om de feilen eruit te halen zijn gigantisch. Talloze ambtenaren zijn nodig om de foutief verleende toeslagen of niet-verleende toeslagen te corrigeren. Zo houdt iedereen iedereen aan de gang.”

Verandering is heel moeilijk. Wiebes beseft dat. Nu de rest nog.