Gelukkiger mensen

Te pas en te onpas kan je het horen: “teamwerk is essentieel voor het succes van een programma of project.” Vandaar dat ik gisteren naar de boekpresentatie van Martijn Vroemen ging. Team op vleugels, met als ondertitel Gids voor geinspireerd samenwerken, heet zijn boek. Voor de schrijver gaat het om de verbetering van de samenwerking tussen mensen: een team is daarin een middel. Teamwerk helpt organisaties menselijker, en dus mensen gelukkiger te maken, aldus Vroemen.

Gekunsteld

In het boek komen de verschillende vormen van samenwerken aan de orde. Voor mij is de vraag of er nu een essentieel verschil bestaat tussen projectteams en vaste teams (bv. behandelteams bij een verzekeringsmaatschappij). Tenslotte is de uitkomst van vele onderzoeken dat moderne organisaties veel projecten en programma’s kennen. Het samenwerken met andere mensen uit andere delen van de organisatie staat daarin voorop. Het antwoord van Vroemen is dat projectteams de meest voorkomende “echte” teams zijn. Het is voor hem geen digitaal onderscheid, maar meer een glijdende schaal. Want, zo stelt hij, het onderscheid tussen vaste en tijdelijke teams is wat gekunsteld.

De randvoorwaarden voor teams zijn volgens mij de moeite waard. Vroemen onderscheidt er tien. Daarvan vind ik zelf voor programma’s er drie uitspringen: het gemeenschappelijk belang (werken aan gemeenschappelijke doelen), onderlinge taakafhankelijkheid (de inspanningen en de besturingsactiviteiten) en regelmatig contact voor programmateams (wekelijks overleg) het meest essentieel. Geruststellend is daarbij dat Vroemen de bijna dwangmatige verheerlijking van teamwerk relativeert. In de toelichtende tekst zegt Vroemen dat de vlucht ganzen een mooi voorbeeld is van teamwerk, maar dat de ganzenpas saai, monotoon en middelmatig is. Terugtrekken uit het team kan dan bevrijdend en inspirerend zijn.

Leiderschap?

Tijdens de presentatie voerde ook Edu Feltmann het woord. Hij was klip en klaar over leiderschap in het boek van Vroemen. “Dat zijn pagina’s die we kunnen missen. Als een team effectief is, is er geen leider nodig.” Dat is volgens Vroemen dan ook één van de centrale dilemma’s: hoe leidend moet de (programma)leider zijn in het team? Hoe leidender hij is, des te minder is er sprake van een collectieve verantwoordelijkheid voor de prestatie van het team. Vroemen: “Leidinggeven in het team is één van de functies die vervuld moet worden, en niet een bevoorrechte positie…..De kunst is op tijd het initiatief te nemen zonder de energie weg te nemen.”  Kortom, dit boek is een must voor de programmamanager, omdat samenwerken in een programma onontkoombaar is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.