Zonder vaart geen sturing

Vorige week zijn wij met 15 collega’s van Twynstra Gudde naar Breda afgereisd. De omgeving van het station gaat de komt jaren flink op de schop: het programma Via Breda. Na een fietstocht door het gebied, hebben wij daar gesproken met de programmamanager Bertwin van Rooijen en projectmanager Gezinus Hagen. Het eerste opvallende voor mij was dat beide managers goed met elkaar overweg kunnen, persoonlijk zowel als zakelijk. Voor Hagen is de programmamanager facilitair voor zijn project. En ook de programmamanager ziet zijn verantwoordelijkheid in het zo haalbaar mogelijk maken van het projectresultaat en niet in het opleveren van resultaat zelf. In dit geval van Gezinus Hagen gaat het om de realisatie van een OV-terminal op de plaats van het huidige station van Breda. Deze terminal is een cruciaal onderdeel van de herontwikkeling van het gehele stationsgebied (160 ha) in Breda.

Sleutelproject

Van Rooijen is al tien jaar bezig met dit gebied als vakinhoudelijk deskundige, later als projectleider en nu als programmamanager. Het programma heeft zich geleidelijk aan ontwikkeld: eerst een visie en een ruimtelijke schets van het gebied dat door de teloorgang van de industrie (suikerfabriek, brouwerij, machinefabriek) vrij is gekomen. De aansluiting van de HSL op Breda blijkt een gouden kans om de herontwikkeling voor te dragen als één van de sleutelprojecten van het ministerie van VROM. Daarmee is echter ook het aantal betrokken partijen dramatisch toegenomen: naast VROM het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de provincie, Prorail, NS en NS Vastgoed. Tegen wil en dank is de gemeente Breda aanspreekpunt geworden, ook voor de bouw van het nieuwe station. 
VanRooijen  

Van Rooijen rekent het tot zijn taak de weerbarstige patronen tussen deze partijen te doorbreken en vaart in het programma te krijgen. Eén groot probleem is dat het driekwart jaar kost om alle relevante besluitvormers op één moment op één plaats te verzamelen en dan een echt helder besluit te laten nemen. Daar kan je dan een half jaar mee verder, tot de volgende hobbel zich aandient. Geen wonder dat alles in Nederland vijftig jaar later gebeurt!

Toch is deze vaart in de ontwikkeling van het station noodzakelijk, omdat anders ook alle andere initiatieven stil komen te liggen. En als dat gebeurt, avlt er voor de programmamanager ook niets meer te beïnvloeden en te sturen. Ook hier geldt dus: zonder vaart geen sturing.

Context en persoon

Ondanks alle strubbelingen heeft Van Rooijen erg veel lol in het programma. Voortdurend aanwezig zijn en brandjes blussen daar waar het nodig is: verbindingen tussen mensen en organisaties leggen, niet een grote broek aantrekken door met verantwoordelijkheden gaan zwaaien, maar vanuit de inhoud of het proces mensen gaan aanspreken. Hij erkent dat het ruime mandaat dat hij hiervoor heeft gekregen, hem als persoon is gegund. Dat kan je van te voren niet regelen en vastleggen. Van Rooijen gelooft dan ook niet in één standaard oplossing voor programmamanagement: het is telkens weer opnieuw uitvinden en definiëren, afhankelijk van de context van de opgave en de persoon van de programmamanager. 

Het zijn dan ook niet de technische vaardigheden zoals planning en voortgangsbewaking, maar de interpersoonlijke die een succesvolle programmamanager maken: tussen mensen en organisaties heen en weer pendelen. Checken of ze nog op één lijn zitten. Volgens Van Rooijen heeft hij deze rol van de gemeente gekregen omdat ze hem al jaren kenden en hem de rol gegund hebben. Dat zou een externe nooit voor elkaar hebben gekregen. Alleen omdat de Bredase bestuurders en managers hem kenden, en hij hen. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.