Nogal verontschuldigend zei een afdelingshoofd deze week tegen mij: “We hebben erg veel aan programmamanagement, maar we passen het niet volledig toe zoals jullie eigenlijk willen.” Zij bedoelde dat de afdeling voor het uitvoeren van een gemeentelijke visie op wonen een programma heeft gemaakt, maar dat er niet een programmamanager rondloopt, dat trekkers van initiatieven aan deze figuur rapporteren en wellicht nog wat begeleidende structuren erom heen. Het programma is er en is veel helderder dan eerdere pogingen, en de aansturing van de gekozen activiteiten verloopt gewoon via afdelingsoverleg en beslissingen van het afdelingshoofd die daarover weer rapporteert aan het GMT en de wethouder. Volgens mij is dat helemaal niet erg en niet een situatie waar je je voor zou moeten verontschuldigen, en zeker niet tegenover mij.
Werkvorm kiezen
De kern van het verhaal is dat programmasturing (en vergelijkbare woorden als programmatisch werken of programmamanagement) een vorm van werken is waarvoor je kiest. Routines helpen niet, je wilt niet improviseren en met het project kom je er ook niet. Dan kan programmasturing helpen. Dus zomaar roepen “we gaan een programma doen” brengt je in de problemen. Of – wat ook heel gebruikelijk is – het eerst benoemen van een programmamanager zonder programma leidt ook tot verwarring.
Daarna organisatie ontwerpen
Gegeven de aard van de opgave en de eisen en wensen van de organisatie (en eventueel andere partners) ga je dan een organisatie ontwerpen. Dan kan je heel goed uitkomen op het neerleggen van taken bij de lijn in de gebruikelijke gremia, met de standaard verantwoording en de chef die blijft kiezen. Niks mis mee, als je daarmee de beoogde doelen effectief en efficiƫnt bereikt. Pas als dat arrangement te kort schiet, moet je nadenken over een aparte programma-organisatie.
Ofwel: programmatisch denken, praktisch doen.