Plannen en herplannen, niet bijsturen

In programma’s wemelt het van de doelen en indicatoren. Doelen moeten ook SMART worden gemaakt om een uitspraak te kunnen doen of organisaties voldoende activiteiten ondernemen om dichterbij hun doel te komen: niet te veel en niet te weinig. Vandaar dat ik geïnteresseerd was in het proefschrift van Willem van Elsacker van de provincie Friesland. Hij heeft vorig jaar een proefschrift geschreven over het gebruik en de functie van prestatie-indicatoren bij gemeenten. De conclusies zijn nogal ontnuchterend voor de optimistische programmamanager.

Resultaten en prestaties worden wel vastgesteld en gemonitord. Maar achteraf blijken de verschillen tussen doelen en werkelijkheid niet gebruikt te worden om het de volgende keer beter te doen. Overheden gaan aan de slag om nieuwe plannen te maken. Concrete cijfers en streefgetallen worden gebruikt om de aandacht te focussen, om middelen te verwerven voor initiatieven die al lang op de plank liggen en om achteraf te rechtvaardigen waarom een schijnbaar willekeurig gekozen project toch zinvol was. Dat betekent dat programmasturing in politieke omgevingen vooral nuttig is om de blik op de middellange en lange termijn te richten en vooraf verstandige keuzes te maken voor bepaalde projecten. Plannen en herplannen is dan veel belangrijker dan proberen de organisatie zodanig in te richten dat alsnog de oorspronkelijke resultaten worden behaald. Die zijn immers allang achterhaald. Het proefschrift is als volgt te traceren: W.J. van Elsacker, Roles of performance management in local government, proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, april 2007. Zie ook: interview.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.