Waar ik me deze week verschrikkelijk aan erger is de gemeente Zandvoort. Deze laat raceauto’s toe op het strand en de duinen om bij het racecircuit voor de Formule 1 te kunnen komen. Uiteraard is dit een ergernis niet alleen voor mij maar ook voor de natuur- en strandliefhebbers. Rust en stilte, die kenmerkend zijn voor zo’n gebied, worden schaamteloos vernietigd, terecht dat je daar boos over wordt.
Ik hoor de recreanten en de rest van rechts Nederland al kermen. „Ach het is maar voor een paar dagen. Waarom maken natuurliefhebbers zich daar druk over? Vuurwerk mag al niet, 130 kilometer per uur rijden wordt ons ontnomen, en nu dit weer.”
Ik ga niet in op de inhoudelijke merites van dit verhaal; in het kader van gedoe in een organisatie is dit waarschijnlijk een typisch geval van de Neus van de Kameel. Wie of wat is dat? De Neus van de Kameel is een begrip dat wij veel kunnen gebruiken in discussies met organisaties: het resultaat van een project is vaak heel mooi. Een prachtige tunnel waar de treinen doorrijden en soms stoppen bij het ondergrondse station. Voetgangers, fietsers en automobilisten kunnen zich nu zonder overwegen door de stad bewegen. Geweldig. Dat is de Neus van de Kameel: ziet er goed uit, is aaibaar en kost zelfs niet zo veel want de Rijksoverheid betaalt mee aan de investering.
We moeten de managers en medewerkers vervolgens wel vragen: „Weet u wat er aan de neus van de kameel zit?” Men kijk ons glazig aan. „Wat bedoelt u?” „Nou, aan de neus zit ook de rest van de kameel. Een groot beest met een forse bek waar veel eten in moet en vervolgens een staart die hij optilt als hij moet pissen of poepen. Kortom, aan de bouw van de tunnel zitten allerlei lastige consequenties: het kost veel meer dan de oorspronkelijke begroting, want de bouw kost ongeveer 7 jaar, het geeft enorm veel overlast voor bewoners en hun mobiele voertuigen, en tenslotte was men ook even vergeten dat de tunnel en bijpassende voorzieningen ook jaarlijks onderhouden moeten worden.”
Het weerwoord is in deze gevallen dat er in het begin een een businesscase is gemaakt en die zag er prima uit. Men ziet dan even over het hoofd dat de standaard definitie van een businesscase is: “Een businesscase is een verzameling leugens die ervoor zorgt dat het management beslist wat wij willen dat ze beslissen. En verder is een kenmerk van veel businesscases dat de baten overschat en de kosten onderschat worden. In enkele gemeenten waar wij hebben gewerkt, werden de kosten van het onderhoud stelselmatig „vergeten”, omdat anders de Gemeenteraad niet akkoord zou gaan.
Dit verschijnsel heeft zich ook voorgedaan bij de grote projecten van de overheid: het UWV liet voor bijna 100 miljoen een onwerkbaar systeem bouwen waarmee kinderbijslag en AOW-uitkeringen betaald moesten worden. Hulpdiensten als politie, brandweer en ambulancediensten kregen een communicatiesysteem – C2000 – dat nog steeds niet werkt. De gemeentelijke basisadministratie is geschrapt. En ook het ministerie van Defensie is beroemd geworden met de aanschaf van de JSF en recentelijk een informatiesysteem.
Zo iets lijkt ook in Zandvoort te zijn gebeurd. De formule-1 directeuren schetsen een fantastisch beeld: veel bezoekers en bijbehorende omzet voor de middenstand, veel tv-uitzendingen met naamsvermelding van Zandvoort als toeristenplaats en iedereen komt met de trein en dus geen verkeersopstoppingen. En eenmaal ja gezegd komt vervolgens de schijtende kameel tevoorschijn als de gemeente niet meer terug kan komen op haar schreden. En een kameel moet elke dag eten, dus er komt zeker nog meer.
Met genoegen heeft de F1 organisatie ingegrepen dankzij 73000 handtekeningen van protestanten. Ergernis over de gemeente blijft, maar feit is dat F1 luistert naar de omgeving. Gelukkig!