Hoe maak je de meerwaarde van programmamanagement duidelijk? Vaak krijgt de programmamanager te horen: “wat een bureaucratie”, “weer nieuwe formats en rapportages” en “waar blijft de inhoud van het werk?’ Dit wordt nog versterkt als je afgelopen zaterdag Trouw hebt gelezen: Daarin staat een interview met Paul de Beer die klaagt dat er veel te veel managers zijn die alleen maar plannen (laten) maken en verder geen toegevoegde waarde hebben.Artikel Trouw 30 september 2006

Mijn antwoord is: programma’s gaan juist over de inhoud van het werk. Uit programma’s wordt duidelijk wat het doel is van verschillende activiteiten. Inderdaad kan dat een bedreigende vraag zijn, als je activiteiten doet die niet bijdragen aan de doelen van een programma. Maar nadenken over en meewerken aan doelen die vervolgens leiden tot inhoudelijk werk, spreekt veel professionals aan. Het vervelende is wel dat veel professionals uitvergroten dat iemand anders daarna komt vragen hoe ver ze zijn met het inhoudelijke werk. Dat was misschien niet de bedoeling! Want om mijn programma te verantwoorden (en met name ook het geld dat erin gaat zitten) moeten managers en bestuurders kunnen aantonen dat geld en capaciteit nuttig besteed zijn.

Deze verantwoording achteraf leidt ertoe dat vele managers en hun stafdiensten zich meester maken van het programma: vanuit de eisen en en wensen van financiers schrijven zij formats en rapportages voor. Daarin kunnen zij heel ver gaan, zodat het vaak meer tijd kost om al dit soort vragen te beantwoorden dan de uitvoering zelf. Tja, en dan spannen we dus het paard achter de wagen!