Na een lange warme lente zullen de nieuwe colleges van B&W grofweg tot drie concernbrede programma’s besluiten: economie, zorg en efficiëntere organisatie. Eén van de wethouders is opdrachtgever, die – eventueel via een programmadirecteur of een MT-lid – een programmamanager aanstuurt. De programmamanagers kunnen in mei voortvarend aan de slag.

Begrotingskaders

De moeilijkheid is echter dat los daarvan ook al reeds de begrotingskaders voor 2014 en misschien zelfs 2015 zijn vastgesteld. Dat is logisch, want in hetzelfde tijdsbestek moet ook een begroting tot stand komen, want zonder begroting kan je niet werken. De voorbereidingen daarvan waren al eerder gestart, dus een koppeling met de nieuwe programma’s is er niet.

De programmamanagers kunnen aan de slag met de inhoud, ofwel met de concretisering van de doelen en de bijbehorende inspanningen. De noodzakelijke middelen komen daarna aan de orde.  De kans is groot dat de programmamanager pas in 2015 zal ontdekken dat er te weinig geld en/of capaciteit voor de doelen is. Een veel betere anticipatie van het ambtelijk apparaat op nieuwe programma’s is een volgende keer dus noodzakelijk. Op dit moment moet de programmamanager onmiddellijk bij de wethouder aan verwachtingen management gaan doen: voorbereiden op het nieuws dat de ambitieuze doelen wellicht bijgesteld moeten worden, of dat in juni een nieuwe ronde prioriteiten plaats moet vinden.

Omgevingsmanagement

Een tweede issue is de realisatie van veel programmamanagers dat de ambitieuze doelen van de politici, alleen haalbaar zijn met de inspanningen van externe partijen zoals bedrijven, huishoudens, corporaties, politie en scholen bereikbaar zijn.  

De programmamanagers zullen dus met de pet rond moeten bij corporaties, bedrijven etc voor het realiseren van hun programma’s. Strategisch omgevingsmanagement, het op een gelijkwaardige manier committeren van andere partijen aan het programma, wordt ook in 2011 een majeure opgave. Daarin kan de benadering van mijn collega’s van strategisch omgevingsmanagement een zinvolle bijdrage leveren (SOM). Ook hiermee moet de programmamanager naar de wethouder, omdat deze juist in het bewerken van andere partijen een uitvoerende rol moet spelen: het gemeenschappelijk maken van de doelen ligt dan voor de hand: ofwel van “mijn” doelen naar “onze” doelen.