De beste programmamanager is eigenlijk een ex-lijnmanager. Deze uitspraak deed Bert Lantman, een MBA-student Management en Informatie, toen hij met enkele collega’s van mij langskwam om over zijn scriptie te praten. Al eerder op deze plek heb ik het over de competenties van de programmamamanager gehad. Deze samenvatting is wel heel pregnant.
Competenties
In het kader van de officiĆ«le certificering van IPMA zijn ongeveer 32 competenties geidentificeerd. Deze komen allemaal uit de NCB, een standaard “baseline” voor de competenties van de projectleider. En de IPMA staat niet voor niets voor de Internal Project Management Association. De zgn. technische vaardigheden gaan dan ook uit van de typische zaken die daarbij horen: afbakenen project en -resultaat, beheersen van het project op tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie. Ook de criteria voor de programmamanager ademen een historie in het managen van projecten.
Organisatie veranderingen
Veel, zo niet alle, programma’s beogen de organisatie beter, efficiĆ«nter, klantvriendelijker etc te laten werken. Om dat uiteindelijk te bereiken moet een programmamanager verschrikkelijk veel kennis en kennissen van en binnen de te veranderen organisatie hebben. Die kennis zou in ruime mate voorhanden zijn bij een lijnmanager, meer dan bij een projectleider. Dat is de gedachte van Bert Lantman, en daar is veel voor te zeggen. Ook bij IPMA is het element “organisatiekennis” vertegenwoordigd. Dit wordt overschaduwd door zaken die met project- en programmamanagement te maken hebben. De ervaren projectmanager is gepokt en gemazeld in het voor elkaar krijgen van zijn resultaat. In zijn business case is beschreven welke doelen het project moet ondersteunen, maar uiteindelijk is de projectleider daarvoor niet verantwoordelijk, maar zijn opdrachtgever.
Inlevingsvermogen
Voor Bert Lantman en mijn collega’s is de ex-lijnmanager veel meer gevoelig voor de mogelijkheden van de lijnorganisatie. Hij zou moeten weten waar de weerstanden zitten en welke hefbomen hij heeft om de programma-doelen te bereiken. Ook kent hij de lijnmanagers die geacht worden de uiteindelijke benefits te gaan realiseren. Hij kan zijn netwerk gebruiken om het programma effectief te laten zijn. Kortom, de opdrachtgevers hebben nogal wat elementen om in hun selectie te betrekken.